De geschiedenis van de dorpen (Bron: Als een windvlaag over velden)
Evenzeer als wij ons dikwijls afvragen hoe de toekomst er
over tientallen jaren uit zal zien, evenzo laten
vele mensen zich intrigeren door al het geen reeds is gepasseerd in de vorige eeuwen. Als je inzicht wilt krijgen in de geschiedenis van ons gebied en dan gaat het om de dorpen 't Veld, Zijdewind, Moerbeek, Kampen en de Weel, dan dien je eigenlijk de stukken van de oude waterschappen te bestuderen en hun archief door te ploegen.
Immers, we realiseren het ons maar weinig, maar het huidige leefgebied van onze dorpen ligt onder zeeniveau, ligt ook onder IJsselmeerniveau en als we de geschiedenis van de Westfriese
Omringdijk bestuderen, dan stel je vast dat het gehele gebied door water werd
omgeven en bedreigd.
De Omringdijk -nu een provinciaal monument- leert ons veel over de geschiedenis van dit gebied, maar evenzeer van de eeuwenoude strijd, die de bewoners van dit gebied hebben moeten voeren.

Maar kent u de Westfriese Omringdijk een beetje? Heeft u zich tijdens een fiets- of autotochtje wel eens laten boeien door de prachtige wielen die er liggen langs de dijk tussen Schagen en Sint Maarten en verder richting Warmenhuizen? Heeft U zich wel eens gerealiseerd, dat de grillige loop van de dijk bepaald is door vele dijkdoorbraken, steeds maar weer door de eeuwen heen, waarna telkens weer land moest worden teruggegeven aan de weerwolf van het water? En dat die vele wielen, die u in dat gebied tegenkomt, restanten zijn van die catastrofen. De
geschiedenis van de Omringdijk gaat terug tot de Middeleeuwen. In het jaar 1280 wordt onder
Floris V iedereen, die binnen de Omringdijk land bezit, dijkplichtig. Het gehele gebied binnen de Omringdijk is 40470 morgen groot. Morgen is
een oude oppervlaktemaat en staat voor 0.925 ha. De Schagerkogge omvat 3383 morgen en de Niedorperkogge 3423, samen 6806 morgen, dat is ongeveer 116 gedeelte van West-friesland.
In 1321 bepaalt graaf Willem III dat de ingelanden die niet meewerken aan het dijkonderhoud, hun rechten op het waterbeheer evenzeer verliezen en dat in dat geval de kosten voor rekening komen van de dorpen langs de Omringdijk. En die dorpen ontstonden als gevolg van
opeenhoping van woningen en boerderijen, logisch, aan de voet van die imposante
zeedijk.
U kent ze allemaal: Winkel, Kolhorn, Barsingerhorn, Schagen, Medemblik en Hoorn. Zo ontstond er een groot leefgebied binnen de dijk en zoals het dijkbeheer als Omringdijk belangrijk was om de dreiging van buiten te weerstaan, zo was het dijkbeheer binnen het gebied in de talloze kleine poldertjes evenzeer van levensbelang voor de mensen, die er leefden en hun brood probeerden te
verdienen. Binnen het gebied, waarover we nu schrijven, is het watermanagement nu in handen van de polder Geestmerambacht, maar vroeger kende elk dorp n of meer polderbesturen. In ons gebied waren dat in 1800 de polderbesturen van de Ooster- en Westerkampen, de Tjaddinxrijt
Polder en de Leijerpolder. Deze oude polders hadden in 1593 al van het Hof van Holland de bevoegdheid gekregen om te keuren en te schouwen en poldergelden te heffen. De Wester- en Oos- terkamperpolder en de Leyerpolder fuseerden in 1925 tot de W.O.L. polder. In 1969 hield deze polder op te bestaan, om dat de ingelanden voor de verkaveling hadden gestemd en de W.O.L. polder op ging in de nieuw te vormen Niedorper- koggepolder. Ook de Tjaddinxrijtpolder ontkwam niet aan die fusie. Doch dit poldertje tot op de dag van vandaag heeft deze polder nog steeds een
onderbemaling zoals bij boer Dekker aan de Zwarteweg waar in de poldersloot een gemaaltje staat en je twee verschillende waterniveaus
aantreft heeft een geheel andere geschiedenis. De Tjaddinx is droog gemalen gebied. Het oude poldergemaaJ van de Tjaddinx heeft gestaan aan het eind van het Dreefpad. Heel lang,
voor dat het plan Tjaddinx uit de grond werd gestampt, stond er moederziel alleen in het land het polderhuis van de Tjaddinxrijtpolder met als bemaling een Engelse windmolen.
 De beheerder van de moler in 't Veld werd 'Jan Ligthart van het molentje' genoemd. Na de verkaveling in 1970 verdween dit gemaal om plaats te maken voor het bovengenoemde gemaaltje bij boer Dekker aan de Zwarteweg. Het gemaal van de W.O.L.-polder, nu halfweg de Doorbraakweg, was een zwaar dieselgemaal, want hier moest meer water worden gemalen. De laatste machinist was daar Joop Dekker en hij mocht op die uitgelezen plek met zijn gezin
blijven wonen. Je ziet het huis op een terp staan. Onder het huis in een grote kelder bulderde een dieselgemaal in het najaar na zware regenval. Ook dit robuuste gemaal moest plaatsmaken voor een ander met grotere capaciteit, het gemaal van de Niedorperkogge, dat u heden ten dage nog vindt aan het eind van de Kamperweg. Dit grote gemaal wordt nu beheerd door het polderbestuur van het Groot Geestmerambacht, een fusie van polders, die in 1980 tot stand kwam.
Maar nu weer terug naar de Tjaddinxrijtpolder. Op de plek van de huidige Tjaddinxschool en op de plaats waar nu de riante huizen aan de Polderlaan staan, kabbelde in 1631 nog water en was het naar onze tijd vertaald een recreatieplas geweest om te surfen. In 1632 werden de twee meertjes 'De Tjaddisx Rijtgen' en 'het Oude Dijckgen' drooggelegd, omdat de meertjes het land van de omwonende boeren en tuinders teveel afkalfden bij de stevige voor- en najaarsstormen, die toen ook al woedden. De landaanwinning was 22 ha. Wat tegenviel was de slechte kwaliteit van de grond. Die was beslist niet
geschikt voor vette weidegrond, waarop de boeren hun vee konden weiden en u ziet inderdaad langs de Zwarteweg alleen maar tuindersbedrijven. Maar is het u
wel eens opgevallen als u op de Provincialeweg van 't Veld naar Zijdewind rijdt of wandelt, of fietst langs de parallelweg, dat het gebied aan uw rechterhand, de Tjaddinx inderdaad in een del
ligt?
Nog even terug naar 1800. Hoe groot waren onze dorpen toen? In ons gebied totaal 115 woningen.
In 1980 waren dat er
640 en nu 900. Maar waarom ontstonden die dorpen nu juist op deze locaties? Feitelijk staat het hierboven al eens beschreven, maar het vond zijn oorsprong in het feit, dat de bewoners zich vestigden op en rond de dijken. Onze Rijdersstraat is
vanaf de Provincialeweg tot aan de Leyerpolderweg immers niets anders dan een
parallelweg van het Rijderdijkje, dat langs diverse boerderijen liep. Het Rijderdijkje had in het verleden een andere loop dan nu de Rijdersstraat heeft. Immers, op de plaats, waar nu de bungalow van N. Wit staat tegenover taxibedrijf Van Diepen, heeft vroeger op de hoge terp een eeuwenoude boerderij gestaan. De ramen en de voordeur van deze boerderij lagen aan de achterkant. Het dijkpad heeft wellicht op die hoogte een bocht naar het zuiden genomen en de boerderijen, die nu
verder van de Rijdersstraat af liggen, die van Willem van Diepen, van Tinus Brink en van Hans de Jong hebben vermoedelijk
in het verre verleden aan dit dijkpad gelegen.
We citeren hier de eerste jaargang van de Heraut nummer 15 van 1 september 1966. Het is een artikelenreeks van de hand van zuster Mariophila, Ursuline van Bergen, lerares aan de Landbouwhuis- houdschool aan de Dreef, die de geschiedenis van 't Veld publiceerde in de
Heraut. Zij schreef het volgende: er voerde eind 1700 geen behoorlijke weg naar het kerkgebouw in 't Veld, dat gesitueerd lag op de plek, waar ook nu de kerk staat. Kerkgangers moesten dit bereiken via een modderpad, dat vanaf de Weel leidde vanachter het huis, waar nu Ruud Stroet aan de Provincialeweg 10 woont, door
het land tot achter de boerderijwoning van tot voor kort Joop Ligthart (Rijderstraat 20) naar het Rijderdijkje, dat
uit kwam bij de boerderij van Arie Molenaar, waar nu Hans de Jong woont. Dan ging
men over het pad van Arie Molenaar
naar de kerk. In 1818 werd de eerste verharde weg aangelegd, de Rijdersstraat, tot aan de kerk. Het tweede gedeelte vanaf de kerk naar de Kolonie, te weten de Westerweg, kwam pas in 1868 tot stand. In 1874 legde de veehouder Cornelis Buijs in zijn eentje de Zwarteweg aan.
Zijdewind heeft eveneens zijn ontstaan aan dijkbebouwing te danken. Ten westen van het dorp was ook alles water. Het dorp lag verder strategisch aan de oude handelsroute Hoorn -Schagen. Hetgeen hierboven staat beschreven vindt u terug in de betekenis van de
namen van de dorpen:
't Veld: jonge plaatsnaam, komt in 1745 nog niet voor op de kaart van Uitwaterende Sluizen. De naam duidt wellicht op de ligging van het dorp in open veld.
Eerder is aan te nemen, dat de naam ontstaan is uit de kerkgeschiedenis, maar daarover later meer. Zijdewind: oude vorm: 'Sidewende'. Het duidt op een binnendijk of kade, die zich ter 'zijde wendt' van een landstreek.Andere verklaring: die zich ter 'zijde vindt' van een uitgestrekt gebied. Moerbeek: moerasland, drasland,
veengrond. Oude kaarten geven aan dat hier ooit een stroomgebied is geweest van eer oude beek. Kampen: afgeperkt stuk land.De Weel: genaamd naar het woord wiel of waal, een komvorming binnenmeertje ontstaan door dijkdoorbraak. De brede ringvaart bij de Weel nu onder meer bekend van rondje
Waarland is immers ontstaan na een dijkdoorbraak vanuit de Slootgaert, dat destijds ook alleen maar water was.
|
|
|
|